Goederentreinen denderen door Gelderland

Ik dank  de vele Gelderlanders van Tricht tot Eefde die mij, samen met de andere lijsttrekkers, hebben benaderd over de leefbaarheid aan het spoor ten gevolge van de invoering van het Plan Hoogfrequent Spoor.  Ik deel hun zorg over de bestaande en mogelijk groeiende overlast van goederenvervoer in Oost-Nederland. Als lijsttrekker (nog geen Statenlid) voor D66 heb ik een artikel op 29 september op mijn website geplaatst(http://michielscheffer.nl/?p=455). Dit naar aanleiding van een bezoek aan Tricht die week en in aanloop naar een bezoek aan Rheden op 2 oktober.

Ik heb mogen constateren dat bewoners aan het spoor geen wascentrifuge meer nodig hebben: de was trilt vanzelf droog. Ik heb ook gemerkt dat dorpen effectief in twee stukken worden gesneden. Zonder gekkigheid: ik deel hun zorgen en opvattingen. Zo kan het inderdaad niet. Oost-Nederland is geen aanhangsel van de Randstad en kan niet lijden door de onbezonnen invoering van een plan dat wellicht merites heeft voor de forens in de Randstad.

Ik heb daarom als steunfractielid, D66 aangemoedigd zich achter de CDA motie te scharen en de huidige plannen als onacceptabel te bestempelen. Ik deel de aandacht voor vervoer over water (vooral voor gevaarlijke stoffen) maar het blijft belangrijk om ook vervoer van weg naar spoor te bevorderen. De IJssellijn of het Twentespoor zijn de slechtste vorm van een Noordtak van de Betuwelijn, laat staan het Twentekanaalspoor. Want op een one-liner laat je geen goederentrein lopen. De versnelde aanleg van het Duitse tracé van de Betuwelijn is van groot belang. Maar een discussie over een volwaardige noordtak op een eigen tracé mag niet uit de weg worden gegaan.

Ik heb echter niet de wijsheid in pacht en heb een bijeenkomst op de rol gezet om een beter beeld te krijgen. Ik zal de insprekers daarover informeren. We zullen dit organiseren met de D66 afdelingen op de verbinding Elst-Lochem. Gelukkig hebben we in een aantal plaatsen actieve wethouders, niet in de laatste plaats in Rheden, die op het vinkentouw zitten. Inmiddels heb ik ook de zekerheid dat onze Kamerfractie in Den Haag het dossier kritisch volgt. Ik hoop ook dat lezers er begrip voor hebben dat wij met één zetel in de Gelderse Staten en met tien zetels in de Tweede Kamer, als oppositiepartij, nu geen grote machtfactor vormen. De verkiezingen van 2 maart kunnen daar verandering in brengen, in elk geval in Gelderland.