Brexit en de mogelijke stappen daarna

Shakespeare strikes again

Drie weken na het referendum over de Brexit begint er wat duidelijkheid te komen. Als er in elk geval een aspect is waarin Britain “great again” lijkt, dan was het in de dagelijkse re-enactment van de grote Shakespeare drama’s. Inclusief koningsdrama’s, geroep in de schotse hooglanden en veel vaandelvluchten. De politiek liet zien dat het meer moet zijn dan columns schrijven en roepen wat het meeste effect geressorteerd. Er zal nog veel gezegd en geschreven worden over de politieke dramatiek. Voor dit weekend adviseer ik Richard III met Ian McKellen. Awesome!

Richard3

Wat zwaarder weegt is dat het referendum in het VK een aantal scherpe tweedelingen heeft blootgesteld. Zo sterk dat de frame van volk versus elite niet echt opgaat. Gezegend zou een land zijn waar 48% van de kiezers tot de elite hoort. Remain of leave is een tweedeling binnen de elite en binnen het volk. Het VK zal moeten leven met twee landsdelen die wel overtuigend voor blijven hebben gestemd. Gelet de eigengereidheid van de Schotten en de dramatische geschiedenis van Noord-Ierland kan dit niet eenvoudigweg terzijde geschoven worden. Ook de generatiekloof tussen 18-30 en de 55+ is zorgwekkend. Het brexit referendum heeft tot familieruzies geleid. Kortom populistische politiek genereert verdeling, en lost zeker niet de verdeeldheid van een neoliberale politiek op.

Failliet van het neo-liberalisme

Want dat lijkt de kern van de oorzaak van de meerderheid voor een “Leave”. Ik heb 20 jaar de conservatieve heuvels tussen Aylesbury en Oxford bezocht en ik verbaas me niet over de Little England mentaliteit. Wat me wel verbaast heeft is de meerderheid voor Leave in de industriële hartlanden waar ik van 1988 tot 1992 veel gesprekken heb gevoerd met fabrieksdirecteuren en vakbondsbestuurders. Dit waren de gebieden waar Europese fondsen nog investeerden terwijl London er al niets meer voor over had. Maar de industriële herstructurering van de jaren tachtig en negentig is anders dan in Duitsland nooit opgevangen door een krachtig overheidsbeleid. Men voelt zich in de steek gelaten.

Het VK heeft van meet af aan gekozen voor een neoliberaal beleid met dominantie voor financiële diensten en het verwaarlozen van de industriële basis. Het land kent geen goed MBO, geen WW met omscholing. Daardoor is het land sterk afhankelijk van immigratie. Dat is des te makkelijker door de soepele arbeidsmarkt (het VK doet niet mee aan het EU sociale handvest). Immigratie heeft weinig te maken met de EU maar alles met de flexibele arbeidsmarkt. Top paradox: de Britse landbouwbond die zich voor een Brexit uitspreekt maar wel wil blijven beschikken over Poolse seizoensarbeiders.

Volgende constatering is dat het VK weinig ruimte heeft gegeven aan regio’s om zich te ontwikkelen. Het VK, en vooral Engeland is een van de sterkst gecentraliseerde staten van Europa. De nationale regering is goed voor 70% van de publieke investeringen (die zijn overigens laag) vergeleken met ongeveer 50% in Nederland. Schotland en Noord-Ierland zijn de uitzondering. Ik deel daarom ook de conclusie dat de armere gebieden door London in de steek zijn gelaten, waarbij lokale bestuurders geen middelen hadden om iets te doen. Kortom meer grip op het eigen leven betekent niet meer macht aan de lidstaten maar meer macht voor democratisch gekozen lokale en regionale besturen (met eigen inkomsten).

Het drama van het Brexit referendum is dat de trekkers van het remain kamp (Farage, Gove, Johnson) onvervalste neo-liberalen waren die eenmaal bevrijd van het juk van Brussel nog verder wilden gaan met dereguleren van de bescherming van rechten van arbeiders en van consumenten. Dat betekent het VK verder terugbrengen tot een land van lage opleidingen en tweede keus producten. Net als het voor 1973 al was dus. De nieuwe leiding van de Conservatieven, met Theresa May en George Osborne, gaat verder dit pad op, met verlaging van vennootschapsbelastingen en bezuinigingen. Een sterke liberale en sociaal-democratische partij met oog voor regionale zelfstandigheid is dringend nodig.

Is een Brexit onvermijdelijk

Er gaan stemmen op in het VK om een Brexit te verhinderen. Dat zou een schending van de meerderheid van het referendum zijn, en politiek niet aanvaard worden. Er is al de nodige juridische actie en beweging op straat en sociale media om juridische procedures op te zetten of een tweede referendum te vragen. Juridisch is een redenering dat een referendum onder de gegeven omstandigheden en de dunne meerderheid, een te wankele basis is voor zo’n ingrijpend besluit de EU te verlaten. Er zijn wellicht nieuwe feiten nodig om een rechtsomkeert te doen. Ik geloof enkel in de variant dat de regering artikel 50 in gang zet, maar het onderhandelingsresultaat weer in een referendum aan het volk voorlegt. Op dat moment kunnen de gevolgen immers beter in beeld komen.

Inmiddels of daarna zal de Schotse kwestie en de Noord-Ierse kwestie ook opgelost moeten worden. Als het volk van het VK het recht heeft tot afscheid van de EU en haar soevereiniteit mag doen gelden, dan mag Schotland en Noord-Ierland ook. Het zijn immers landen binnen het VK. Een denk-tank met een brede samenstelling heeft al de optie verkend van een losser staatsverband (de Koningen, de postzegels en het leger bijven dan gemeenschappelijk) waarin delen lid kunnen blijven van de EU. Hoe de generatiekloof kan worden geslecht weet ik niet. Laten we ons inzetten om de EU te behouden, dan kunnen toekomstige generaties opnieuw een keuzen maken.

Nieuwe relaties van EU en VK

Naast (en niet als onderdeel er van) de artikel 50 procedure zullen de relaties tussen de EU en het VK opnieuw bepaald moeten worden. Anders dan Theresa May en anderen pleiten denkt de VK de best mogelijke deal er uit te kunnen halen. Dat zal niet makkelijk zijn. Artikel 50 geeft en strak tijdpad en geeft geen openingen over wat daarna komt. Tijd staat niet aan de kant van het VK, en veel lidstaten van de EU (die een Veto hebben en ook nog een referendum kunnen houden over de uitkomst) zullen de VK niet gunstig gezind zijn.

Het zou wel zeer onverstandig zijn voor de EU om niet tenminste een vrijhandelsakkoord of een douane-unie aan te bieden. De EU heeft ook belang bij vrijhandel in goederen. Er wordt vaak gesproken over het Noorse model, maar daarin gaat de integratie zover dat je dan beter maar lid van de club kunt zin. Ik kijk liever naar het Turkse model (helemaal relevant als het VK zich ook wil onttrekken aan het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens) of Israel (ook een  verdeeld land). Turkije heeft een douane-unie, Israel een vrijhandelsakoord. Beide landen hebben ook een associatieakkoord waardoor bijvoorbeeld Universiteiten (mits gefinancierd door de eigen regering) meemogen doen aan EU onderzoeksprogramma’s.

Het verschil tussen Douane-Unie en Vrijhandelsakkoord zal afhangen van de verdragen die het VK met andere landen gaat tekenen. Als het VK (als het ooit weer onderhandelaar opgeleid heeft) zeer ruimhartige handelsverdragen met derde landen gaat tekenen dan kun je beter een vrijhandelsakkoord hebben (daarbij mogen alleen producten gemaakt in het VK en/of EU vrij verhandeld worden). Als het VK de handelspolitiek van de EU volgt dan is een douane-unie prima. Er is veel fraais gezegd over het vermogen van het VK om eigen handelsverdragen te onderhandelen. Maar ze hebben al 40 jaar geen onderhandelaars en die verdragen van Zwitserland en China zijn alleen vrijhandelsverdragen in naam. Verder is het niet onlogisch dat vrij verkeer van diensten, kapitaal en personen aan elkaar gekoppeld worden. Als het VK geen immigratie wil, dan willen wij hun neoliberale banken niet. Dan kunnen wij weer echte industriepolitiek doen.

Huiswerk voor het VK

Dan is het VK nog niet klaar. Want ze zullen, dat wilde het leave kamp zo graag, weer baas in eigen huis moeten worden. Dat betekent dat ze in elk geval een landbouwbeleid moeten gaan ontwikkelen, en een visserijbeleid, en een beleid voor bescherming van de consument. Een industriepolitiek hadden ze toch al niet maar ook een onderzoeksbeleid zal nodig zijn. Dan is er nog nood aan een  energiepolitiek en ook de buitengrens gaat van Calais naar Dover en dus moet er een immigratiebeleid komen. Het VK zal daar maar smalle marges hebben, want te ver uit de pas van de EU lopen betekent of dat producten niet op de EU markten mogen komen of dat vormen van sancties worden opgelegd. Soms denk je dat de brexitters terug willen naar de jaren zestig (toen woonde ik in het VK, het was een smerige boel), maar dat staat wat haaks op de complexe postmoderne samenleving waar we toch in leven.

Buiten de EU zal het VK op de nodige welwillendheid moeten rekenen. In de VS wordt nu wat meewarig naar de VK gekeken, en het politieke schouwspel van de laatste weken was amusant, maar er wordt toch gesproken soms van een “failed state”. De positie van de VK in de wereld is niet geweldig. Het land heeft een negatieve handelsbalans, en heeft helaas ook weinig te exporteren. Er is nauwelijks meer een chemische industrie, geen textielindustrie, weinig metaalindustrie, nog maar elektrotechnische industrie. Kortom weinig te bieden. De grootste haven van de VK is Rotterdam (diepgang vaarwegen en omvang containeroverslag), dus ook voor internationale handel is het VK van ons afhankelijk. Ik voorzie dat Nederland de logistieke draaischijf voor het VK (vermits er geen exit komt). De devaluatie van het pond zal de kosten van import verhogen en de export nauwelijks competitieve maken. Met een staatsschuld van ruim 90% heeft de VK een forse macro-economische uitdaging. Good luck!

Lessen voor de Europese Unie

Ik ben zeker niet overtuigd dat de Europese Unie zijn zaken op orde heeft. Natuurlijk is er een crisis in de EU: het moet effectiever en democratischer. Zelfgenoegzaamheid is ongezond, paniek evenzeer. Alleen is de crisis veel gewoner dan men denkt. Het aantal jaren dat de EU geen crisis had, zijn minder in aantal dan de jaren in crisis. Dat heeft ook deels te maken met de complexiteit van internationale samenwerking maar ook met het gemak waarmee lidstaten de EU de schuld geven. Daar is op zich niets mee. Gemeenten geven ook de provincies de schuld en de provincies geven dan weer Den Haag de schuld. Dat geeft niet zolang die provincies en de lidstaten blijven bestaan. Bij de EU is dat bestaansrecht minder zeker. Trappen tegen de EU komt dan harder aan.

Er is geen kwestie dat de EU zich opnieuw moet uitvinden. De interne markt, de externe handelspolitiek, de uitwisseling van studenten, het gezamenlijke onderzoeksbeleid en het mededigingsbeleid kennen weinig weerstand. Ook is iedereen voor een gezamenlijk patent, voor uniforme  voorschriften voor de veiligheid van motorhelmen en lippenstift. Het wordt al moeilijker als het om landbouwbeleid gaat. De Euro vinden de meeste mensen prima als handgeld, maar een monetaire unie is best lastig. Het wordt al flink lastiger als het om sociaal beleid en industriebeleid gaat en al helemaal als het om macro-economisch beleid gaat. Solidair met elkaar zijn is al helemaal lastig.

Ik geloof niet in het nut van een discussie over meer bevoegdheden naar de lidstaten of meer naar Brussel. Ik heb als regionaal bestuurder evenveel moeite met Brussel als met Den Haag. Soms denk ik dat we beter af zijn als Duitse bondsstaat of als Franse regio. Soms wil ik liever het Zweedse zorgstelsel, maar ik wil in elk geval de Italiaanse keuken maar niet hun bankwezen. Ik weet wel zeker dat we sterker samen staan tegen Rusland en China en voor zowel de VS als voor ontwikkelingslanden een betere partner samen zijn dan verdeeld. Ik weet ook dat we sommige uitdagingen zoals het energievraagstuk, de voedselveiligheid, een hoog niveau van onderwijs en onderzoek beter samen kunnen aanpakken in Europa. Ik geloof ook dt we een nieuw economisch beleid moeten vinden, het liefst Rijnlands overigens. Ik denk in elk geval dat we moeten beginnen te werken vanuit een breed gedeeld idee van wat we willen worden in Europa. Ik heb in elk geval de opdracht om een visie vanuit grensprovincies te schrijven.

Lessen voor de politiek

Tenslotte zijn er lessen voor de politiek. Ook de politiek kan niet doorgaan op de huidige voet. Dat geldt ook voor de populisten. Je kunt in de politiek niet ergens tegen zijn, zonder een plan hoe het anders moet. Dat is het meest schokkende van de Brexit, dat is dat het Leave-kamp geen plan had na een eventuele winst, en dat vervolgens hun campagnebelofte introkken en tenslotte het veld ruimden. Voor Wilders geldt dsat dus ook: maak een plan, maak beloftes die je zonodig waar kunt maken en blijf aan het roer als je wint – zodat we kunnen afrekenen als het niet lukt. je kunt geen schoon handen houden in de politiek. Dat geldt ook voor kiezen. Kiezen in een referendum is ook een verantwoordelijkheid. Een proteststem geldt ook dat je verantwoordelijkheid moet nemen, als die stemt wint. There is no such thing as a free lunch.

Een dosis marxisme kan geen kwaad. Al was het maar om te komen uit de frame van elite versus volk. Noch de elite als het volk zijn eensgezind, dat bleek ook bij de Brexit. Je hebt academici die een sterke overheid willen met hoge belastingen en bankiers die een kleine overheid willen met lage belastingen. Vissers en boeren willen een hoge prijs voor hun producten, arbeiders en winkeliers juist een lage prijs. Industriearbeiders willen hoge invoerrechten, handelaren juist lage invoerrechten. Vakbonden willen een gereguleerde arbeidsmarkt, werkgevers willen flexibiliteit. Iedereen wil graag dat anderen betalen voor goed onderwijs en goede gezondheidszorg. Ga er nou maar vanuit dat een moderne samenleving bestaat uit tegengestelde belangen, waaruit een compromis of een consensus moet komen. Het volk als eenheid zien en de buitenlander als zondebok levert immers ook geen oplossing over de financiering van de zorg.

Ook hebben we nodig dat een democratie en een rechtstaat een minimum aan regels en beleefdheid nodig heeft. Brussel bestaat niet uit ongekozen bureaucraten. Ja er zijn bureaucraten maar die werken in opdracht  van de wethouders en de gemeenteraad in Spijkenisse, van gedeputeerden en statenleden in Maastricht, van ministers en kamerleden in Den Haag en door ministers en Europarlementariers in Brussel. Allemaal gekozen, door ons en dus de uiting van een meerderheid van kiezers (alleen in het VK kan een minderheid regeren door hun aftands kiesstelsel). Daarbij is het mandaat van de kiezer aan een PVV politicus gelijk aan een D66 politicus. wat we sowieso nodig hebben is de erkenning van de verschillen: dat wil zeggen meer debat, maar ook meer consensus of zonodig meer compromis.

Wat we ook nodig hebben is meer politiek militantisme. Je kunt politiek niet helemaal aan gekozen politici overlaten, en al helemaal niet aan carrière politici. Maar laten we erkennen dat politiek wel een vak is, net als kaakchirurgie of hydrologie, maar dat politiek uitgedaagd mag worden en dat politiek de plicht heeft in gesprek te blijven met kiezers. Daar is wel wat voor nodig. Het deur aan deur in gesprek gaan vereist wel partijen met leden. Zonder leden weinig gesprek. Politieke vereniging kunnen nog steeds die plek zijn, het groeiende ledenaantal van D66 toont aan dat het kan. Ook moeten politici de tijd hebben om beschikbaar te zijn voor kiezers. Dat wil zeggen voldoende inkomen om er tijd voor te kunnen maken, minder leesvoer, minder focus op het parlement en meer focus op de eigen omgeving.

Tenslotte een andere taal. Ik kreeg het verzoek om in te spreken op een EU beleidstuk, de hoge ambtenaar van de Europese Commissie adviseerde: doe dat wel in normale taal, dus niet het eurojargon. Hoe moet dat dan, vroeg ik. Geen idee, antwoorde hij: ik kan dat ook niet. Het is inderdaad spreken en schrijven op MBO niveau (dat moeten we allemaal minstens halen in de toekomst), maar het vereist ook voldoende basisvorming en een pers die zijn informerende taak god vervult. Bij die taal hoort ook verantwoordelijkheid nemen. Ik ben al drie weken opgehouden Europa de schuld te geven, want de bescherming van onze mooie natuur is echt onze eigen keuze in Nederland. Europese regels zijn slechts een hulpmiddel. Als we de EU niet hadden, zouden we hem uitvinden. Dat gaat May nu doen, en dat lijkt Wilders ook in elkaar te knutselen (maar dan met de lasten en zonder invloed).

Deze column heb ik geschreven als lid van het Comite van de Regio’s (NL/ALDE/COTER).