Trots op de Achterhoek

Krimpgebied, hoezo krimpgebied

De Achterhoek is eind 2014 officieel aangewezen als krimpgebied. Vandaag was ik in Ulft en Groenlo – op werkbezoek. In Ulft werd ik uitgenodigd door Olaf Molenaar en Dick van Aken om te kijken naar leegstand en herontwikkeling van de dorpskern. Het ging over burgerinitiatieven en het belang van samenwerking voor het behoud en versterken van de leefbaarheid van kernen, zoals ook neergelegd in onze plannen. In Groenlo was het ook een burgerinitiatief: ernstig bezorgd over de komst van een mestvergister. D66 is voor de opwekking van energie uit mest maar de ontwikkeling van vergisters van 600.000 Ton past niet bij een kleinschalige landbouw en een kleinschalig landschap.

Een campagne kan niet zonder Achterhoek. Ik heb altijd getwijfeld aan het etiket “krimpgebied” dat de Achterhoek wellicht wenst maar in elk geval is gegeven. Op het etiket zit de Achterhoek niet te wachten, op de voordelen die het met zich meebrengt wel. De Achterhoek is geen Oost-Groningen of Limburgse Parkstad. De Achterhoek heeft een forse stuwende werkgelegenheid en heeft ook een gezonde natuurlijke bevolkingsontwikkeling. Het probleem van de Achterhoek is dat de jeugd en de hoger opgeleiden wegtrekken. Er is ontgroening en vergrijzing: beide trends  versterken elkaar.

De verlenging van de A15 zal de Achterhoek dichterbij het zuiden en midden des lands brengen en breedband maakt het nieuwe werken tot in de kleinste gehuchten mogelijk. Ik ben meer geïnteresseerd in het endogene groeivermogen. Ik bedoel de eigen kracht van de Achterhoek. De oplossing is de maakindustrie transformeren naar een kennisintensieve industrie. Dat hoef ik niet te roepen want doen de bedrijven zelf al. Ter onderbouwing.

Maakindustrie 4.0

Ik ben trots op de Achterhoek. Dat ben ik al sinds ik in 1988 mijn scriptie schreef over de textiel- en kledingindustrie in de Achterhoek en Twente. Ik hou van het pragmatische ondernemerschap, ik hou van de aandacht voor vakmanschap. Grolsch had niet voor niets, toen het nog in Groenlo brouwde, de slogan: vakmanschap is meesterschap. Industrieel is de Achterhoek de Noord-Westelijke uitloper van Baden-Wurttemberg. In elk dorp een wereldmarktleider in een niche. In Hengelo levert Reiger Suspension schokdempers aan Mercedes. Hulshof –nu Rompa Tanneries- in Lichtenvoorde looit het leer voor Louis Vuitton en Hermes.Sel-Chemie is Europees marktleider in lampolie (gezellig). Saba in Dinxperlo is zichtbaar met onzichtbare hoogwaardige lijmen. Nedap (Groenlo) is leidend in intelligente technologische oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Kaak (Terborg) zit achter of onder menige Pizza of Ciabatta. Zonder Hencon (Ulft) geen Aluminium fiets. Zo kan ik nog even door gaan… ja bijvoorbeeld Bronckhorst High Tech, de putjes van Lovink, de aangepaste fietsen van van Raam enzovoorts…

Maar geen reden om achter over te leunen. Bedrijven zullen moeten inspelen op de trend in de industrie om minder schakels in de waardeketen te hebben. Anders gezegd, Mercedes wil minder toeleveranciers. Dat betekent dat je als toeleverancier systemen in plaats van onderdelen moet aanleveren. Toeleveranciers kunnen ook niet langer werken op basis van “u vraagt, wij draaien”, ze moeten op het gebied van materialen, technieken eigen kennis ontwikkelen en pro-actief met oplossingen komen. Daarnaast is het van belang om kennis te delen. Het Achterhoeks Centrum voor Technologie verricht hier pionierswerk.

Grensoverscheidend Onderwijs

Dat betekent ook dat een impuls nodig is in leven lang leren. Helaas is er in de Achterhoek geen volwaardige (technisch-economische) HBO. Ik heb een poging gedaan een Chinese Universiteit te interesseren voorde Slangenburg. Dat bleek een slangenkuil te worden. Gelukkig zijn de HAN en Saxion niet ver weg. Maar die moeten wel goed bereikbaar zijn. Ook zijn er over de grens een aantal HBO instellingen in Burg Steinfurt, Bocholt en Kleve. Meer samenwerking met hen is belangrijk maar dat vereist niet alleen grensoverschrijdend openbaar vervoer maar ook goede beheersing van de Duitse taal en kennis van de Duitse cultuur. Ik vind het onbegrijpelijk dat Minister Bussemaker niet in wil gaan op de wens van het onderwijs in de Achterhoek om Duits als verplichte taal op het MBO op te nemen, omdat dat de doorstroom naar het HBO zou bemoeilijken. Reden te meer om regionaal meer samenwerking te zoeken met het beroepsonderwijs. Want Den Haag wil eenheidsworst en geen Gelderse worst en dat is een gemiste kans voor de grensstreek. Overigens krijgen scholen in de Achterhoek met de keuzedelen wel ruimte om Duits aan te bieden en dat zal het Graafschap College bijvoorbeeld doen.

Midden in Europa

De naam Achterhoek is wellicht een redelijke aanduiding vanwege haar ligging in Nederland. Maar het klinkt wat vreemd voor een regio halverwege Londen en Berlijn, Brussel en Hamburg, of Parijs en Kopenhagen, Manchester en Praag, Dublin en Krakow. De Achterhoek zelf denkt en handelt internationaal, maar dat zou nog veel meer kunnen met haar centrale locatie in Europa, eigenlijk als eerste industriegebied landinwaarts vanuit Rotterdam. Ik vind al langer dat de EU een sterkere agenda moet ontwikkelen voor de maakindustrie. Den Haag doet dat niet. Gelderland doet het nu enkele jaren en kan in een Europese Alliantie met andere industrieregio’s als Baden Wurttemberg, de Elzas, Piemonte, Tsjechie sneller leren.

Modern Naoberschap

De Achterhoek werkt hard en kloppen zich niet graag op de borst ook al hebben ze daar wel reden toe. Er is potentie voor een ambitieuze agenda van ondernemerschap en vakmanschap. D66 bevordert graag investeringen in echt werk. En dat in een prachtig landschap met goede buren.