D66 en Detailhandelsbeleid in Gelderland
Op woensdag 11 februari de laatste Commissie Ruimtelijke Ordening van deze periode. De aanpak voor de binnenstad en detailhandel stond op de agenda. Het was een geanimeerd gesprek over een onderwerp waar ik al 25 jaar bij betrokken ben. Ik stak mijn betoog af met het doel van het beleid. Daar waar sommigen statenleden stelden dat je het tij niet kunt keren, bracht ik in dat een eerste doel al zou kunnen zijn om de situatie niet te verergeren: Stop Ressen. Om de steden de tijd te geven.
Consument of Burger
Ook ontspon zich een “leuk” gesprek over de relatie burger consument en markt overheid. Daar waar een statenlid vaststelt dat consument graag naar Factory Outlets gaan, staan veel opiniepeilingen dat burgers blokkendozen in weilanden lelijk vinden en een levendige binnenstad willen. We hoeven als politici niet in te grijpen in consumentenvoorkeuren, maar we mogen wel een oordeel namens de kiezer hebben over de verrommeling van de stadsranden en nu ook de binnenstad. De PVV maakte het nog bonter en vond dat je de markt zijn gang moet gaan: als er winkels buiten de stad komen is dat een kwestie van vrije marktwerking. De PVV vergeet dat deze locaties mogelijk zijn door gemeenten die landbouwgronden opkopen, van bestemming wijzigen en bouwrijp maken. De verfwinkel van Henk en Ingrid wordt door de grondexploitaties van gemeenten om zeep geholpen en niet door een vrijemarktromantiek.
D66 heeft een plan
D66 beoordeelt de aanpak van Gelderland aan de hand van haar eigen plan dat ze op Vrijdag 7 februari op Radio1 presenteerde. Dat plan is ontstaan in de nasleep van de sluiting van de Bijenkorf in Arnhem in september 2013 en uitgewerkt aan de hand van input van bijna 40 deskundigen in de retail, vastgoed en binnenstadsmanagement. De kracht van de aanpak van de Provincie Gelderland is de nadruk op vitaliteit van binnenstad en kernen (en dus niet op leegstand – dat is slechts een symptoom). De kracht is ook de integrale aanpak: het gaat om detailhandel en ambacht, kantoren, cultuur en wonen. Het gaat om de binnenstad als “product” of beter gezegd als beleving. Sterk is ook de inzet van alle instrumenten: van ondersteunen van samenwerking tot het inzetten van wettelijke instrumenten en van kennisontwikkeling tot aan ontwikkeling van financiele instrumenten zoals stedelijke herverkaveling.
Urgentie: werk aan de winkel
Er zijn ook zwakke punten. Na de stroom van dagelijks slecht nieuws zoals de problemen en reorganisatie bij de V&D, de reorganisatie van blokker, het faillissement van Halfords, de Schoenenreus maar ook de problemen bij Macintosh en Miss Etam (en de lijst kan nog even doorgaan), mist de aanpak van GS urgentie. Die urgentie ontbreekt niet zozeer in de woorden maar eerder in een planning met mijlpalen. Zo ontbreekt de relatie met een begrotingcyclus, concreet: hoeveel geld is in 2016 nodig voor een goede aanpak. D66Gelderland zou graag bij de Voorjaarsnota al een voorstel willen zien met bedragen (oh ja eerst de verkiezingen op 18 maart…). De inzet van wettelijke instrumenten is onduidelijk.
Bevorder samenwerking en kennisuitwisseling
GS stelt voor om samenwerking binnen de regio’s te bevorderen. Dat is zeer wenselijk voor de afstemming van plannen, maar voor kennisuitwisseling geven de binnenstadsmanagers aan dat samenwerking op de schaal van gelderland meer waarde heeft (en meer kennis oplevert). Tenslotte geven we GS mee dat met afschaffing van de bedrijfschappen, de reorganisatie van de KvK en het ledenverlies onder brancheorganisaties de kwaliteit van ondersteuning van bedrijven sterk afkalft. D66 stelt voor om de Regionale Centra voor Technologie ook naar de detailhandel uit te breiden (denk aan de in zet van Internet in Retail) maar ook om het programma IkStartSmart (voor startende ondernemer) een variant “IkRetailSmart” te ontwikkelen.
Stop Ressen
Het gesprek in de Commissie ROW ging verder over de locatie Ressen waar de Gemeente Nijmegen grondposities heeft en graag een grootschalige detailhandelsontwikkeling wil ontwikkelen. Voor de Gemeente Nijmegen gaat het dan om de vestiging van een Hornbach. Voor de PSP’92 mag daar nog wel een Decathlon bij, dan is de ramp compleet voor de Nijmeegse binnenstad. Ondernemers zoals Wanco verwijten de gemeente dat ze zich laat leiden door grondexploitaties en niet door een visie op de stad. Gedeputeerde Meijers gaf aan dat voor de locatie Ressen de wettelijke kaders van de ladder voor duurzaam ruimtegebruik wordt toegepast. De eerste vraag van de ladder is dat er voldoende markt is voor een extra bouwmarkt (ook al is dat onderzoek gedateerd en aanvechtbaar). De tweede vraag is nog niet beantwoord: is er voldoende plaats binnen de bebouwde kom (Nijmegen West of Elst) om de locatie te realiseren. Toch meent de Wethouder Velthuis (Nijmegen/SP) dat de locatie kan. Hij lijkt vooruit te lopen op de rapportage van het onderzoek. Kortom er is genoeg aanleiding om vast te houden aan de lijn: Stop Ressen.