Europese integratie: er zijn grenzen
Lezing op UC Berkeley
Vrijdag 17 oktober heb ik een lezing gegeven op University Berkeley, de 4de Universiteit in de Shanghai rankings. Voor een groep van 30 studenten en gasten bij European Studies gaf ik een lezing met als titel “European Integration : the Ordeal of Border Regions”. Mijn stelling was dat het vrije verkeer van personen veel minder een vlucht heeft genomen dan vrij verkeer van goederen, vooral door verschillen tussen sociale zekerheidssystemen tussen lidstaten. Daarnaast heb ik gesteld dat zolang de nationale begrotingen veel groter zijn dan de begroting van de regio’s en van de Europese Unie, de convergentie en samenwerking van grensregio’s beperkt zal zijn.
Grensarbeid en Migratie
De cijfers zijn opvallen. Minder dan 1 miljoen mensen werken over de grens. Daarvan trekken er dagelijks 160.000 naar Luxemburg om daar te werken. De meeste grenspendel is tussen Belgie, Frankrijk, Luxemburg en Duitsland. Daarnaast zijn Geneve en Basel aantrekkelijk voor grensarbeid. Slechts 3,3% van de EU bewoners werkt/woont in een ander land dan het geboorteland. Dat is de helft van het aantal extra-EU immigranten. Ook intra-EU immigratie komt vooral voort uit inkomensverschillen want Roemenen, Bulgaren en Polen zijn het meest reislustig. Het is wel zo dat in Universiteitssteden en in de grote financiële centra meer dan 15% van de inwoners EU-allochtonen zijn. Ook een opsteker is een groeiend aantal Erasmus studenten. Jongeren worden Europeser
Talenkennis en Cultuurverschillen
De redenen voor de geringe arbeidsmobiliteit is deels cultureel, deels politiek. Cultureel wordt er veel gedeeld. Catalanen en Basken wonen aan beide kanten van de grens. In Savoie wordt gedroomd van een hereniging met Piemonte. De Rheinlanden delen een cultuur van naoberschap en overlegeconomie. Vlamingen heb je ook in Lille. Maar de echte culturele verschillen hebben veel te maken met gebrekkige talenkennis. De meeste Fransen, Italianen, Spanjaarden en ook de Britten spreken slechts een taal. De inwoners uit Denemarken, Zweden, Luxemburg en Nederland spreken gemiddeld drie talen, maar het relatief hoge inkomen geeft weinig prikkels voor migratie. We gaan wel winkelen over de grens en we gaan recreëren over de grens.
Regelgeving en Politieke Barrières
Daarnaast zijn er politieke barrières. Dat winkelen is al een leuk voorbeeld van hoe de politiek grenzen negeert. Want in de hoofdsteden wordt het belastingbeleid bepaald. De accijnsverhoging verhoogt het pendelen, maar juist voor het winkelen. De grenseffecten van nationaal beleid wordt nauwelijks meegenomen. Aan de grens wordt ook de overlast gedeeld. Opvallend veel kerncentrales (ook Borsele) staan dichtbij de grens. Arbeidsmarkten en vooral sociale zekerheid is nog vooral nationaal geregeld waardoor rechten moeilijk worden meegenomen. Word dan maar ZZP’er maar ook een vrije markt voor diensten ontbreekt nog. Het gaat hier niet om meer geld maar om hervormen.
Interreg: leuk maar niet structureel
Geld speelt wel een rol. De EU bevordert grensoverschrijdende samenwerking met het programma Interreg. Maar ook hier past enig realisme. De totale inzet van de regionale fondsen is ongeveer 30 Miljard Euro per jaar tussen 2014 en 2020. De middelen voor Interreg zijn slechts 1,5 Miljard per jaar. dat is 5% van de totale regionale fondsen en nog geen 1% van de totale EU begroting. Ook voor Gelderland is Interreg maar 1% van de begroting. Interreg financiert projecten, dat wil zeggen dat na afloop van een project de kosten door de eigen begroting moeten worden gedekt. Dat gebeurt zelden. Internationale activiteiten worden zelden structureel op de begroting genomen.
Lidstaten blokkeren een EU van de regio’s
De lidstaten zijn nog dominant in de overheidsfinancien. Europa financiert alleen projecten en de regio’s (behalve in Nederland waar de provincies een open huishouding hebben) zijn vaak alleen loketten van de lidstaten op basis van doeluitkeringen. Een Europa van de regio’s is een mythe. Deze mythe wordt zelfs versterkt door de federale landen, zoals Duitsland, waar deelstaten zoveel middelen hebben dat ze buren (zoals Nederlandse provincies of Franse regio’s nauwelijks zien staan). Gelderland kan een uitzondering zijn omdat het Nuon vermogen een extra investering mogelijk kan maken. Kortom ook hervormingen, met enerzijds een grotere financiële armslag van regio’s en anderzijds meer directe financiering van de EU zal nodig zijn om grensregio’s dichter bij elkaar te brengen.