Gelders Innovatiebeleid: Meer met Nuongelden
Een provincie met een vermogen van 4,4 Mld, twee universiteiten (waarvan één tot de wereldtop behoort) en een maakindustrie met potentie hoort een compleet innovatiebeleid te hebben. Op dit moment is het instrumentarium incompleet en fetisjistisch. Het is incompleet omdat er feitelijk (regionaal en nationaal) een gat is tussen hele generieke laagdrempelige innovatie-stimulering (type vouchers en WBSO) en grootschalige projecten (type Pieken in de Delta).
Het is fetisjistisch omdat het overdreven vasthoudt aan een beleidsmatig concept (Kennisbeleid Oost en Triangle) en daarbinnen aan de zgn. Valley’s Food en Health. Daardoor wordt 80% van de industrie niet bediend en bovendien is er binnen Food en Health nog een gebrek aan focus. Ook is er teveel science push, innovatie sluit te weinig aan bij maatschappelijke noden (challenge driven zoals gesteld in de Declaration of Lund) en heeft te weinig aandacht voor industriële implementatie en commerciële uitnutting. Tenslotte wordt er te weinig aansluiting bij Europa gezocht en is er teveel bestuurlijke drukte rond subsidies, hetgeen vooral rituele dansen oplevert en veel rechtsonzekerheid en ongelijkheid bij aanvragers.
Mijn innovatiebeleid zou uit de volgende punten bestaan:
- Handhaven van regionale technologiecentra zoals ATC, uitbreiden op basis van bottom-up steun van ondernemers
- In kaart brengen van innovatiepotentie van maakindustrie, ondersteunen van road mapping van bottom up clustering initiatieven van tenminste 20 bedrijven)
- Laagdrempelige systeem van grants en middelgrote vouchers (ca. 40-50 K) opzetten voor industriële innovatie (totaal ca. 3-4 Mln per jaar in twee open calls met concurrentie en een slaagkans van 40-50%)
- Specifieke actiepunten voor het aantrekken van buitenlandse onderzoekers, beurzenregeling ter bevordering van internationaliseren van (potentiële) onderzoekers.
- Vervolgstap in de vorm van kredieten in een revolving fund voor implementatie van kerntechnologieen op basis van thematische prioriteiten. Rol van Oost NV versterken.
- Matching funds voor bedrijven en kennisinstellingen die Europese projecten initiëren of bij aansluiten (20.000 per KP7 aanvraag trekken), 50% van projectkosten bij aansluting bij ERANET programma’s.
- Programmatische ondersteunen van clusters, liefst in samenhang van aanpalende provincies en Nordrhein-Westphalen.
- Kritische evaluatie van Food en Health Valleys, versterken aansluiting bij Noord Brabant.
- Visie over strategische R&D Infrastructuur met specifieke actieplannen voor magnetisme, semiconductors, waterstoftechnologie en ultrasterke materialen.
- Wageningen versterken in wereldwijd en Europees netwerk van food onderzoek, i.h.b. ETI.
In totaal zou er 30 Mln subsidie d (waarvan 16 Mln EFRO) en 50 Mln kredieten in een revolving fund kunnen komen. Als er een model is waarbij revenuen van investeringen terugkomen naar de provincie dan kan het budget verhoogd worden. De Nuon-gelden zijn immers primair investeringsmiddelen.