Debat en generatiekloof
Twee dagen in Frankrijk, en je doet weer andere inspiratie op. Onder andere bij het surfen over de leestafels in de belangrijkste boekwinkel van Lille: le Furet du Nord. Veel boeken over Sarkozy en zijn affaires, maar vooral veel over de economische crisis, een heel rek met het thema “décroissance”; einde aan de groei of consuminderen of beheerst krimpen. Eén boek neemt al een voorschot met de titel “Frankrijk, ik hou van je, ik verlaat je”. Een boek over de 2,5 mln Fransen die elders een betere toekomst zoeken. Vooral jongeren die meer kansen en ruimte elders zien. In Frankrijk wordt je veel meer gewezen op de generatiekloof dan in Nederland.
In Frankrijk is de politiek een kaste van zestigers (vaak met wortels in de jaren ’68), de economie is in handen van vijftigers en iedereen onder de 35 zit op een tijdelijk contract en heeft geen hypotheek. Een huis kopen komt pas na 40. Het verleggen van de pensioengrens van 60 naar 63 is het debat en daarnaast het schrappen van de regime speciaux. Zware beroepen als machinist, postbode en gemeenteanbtenaar kennen een pensioenleeftijd van 55 jaar. In het debatten van de afgelopen dagen in Nederland is deze generatiekloof veel minder zichtbaar, maar het mag wel scherper aan de orde gesteld worden. Mijn indruk is dat de campagne niet over de wezenlijke vragen gaat. In Frankrijk is dat debat er wel (maar de wil tot veranderen is er nog minder).
We geven de volgende generatie drie lasten: een schuldencrisis, een economisch model dat niet meer werkt, achterstallig onderhoud in onderwijs en vertraging in het afwenden van de klimaat en milieucrisis. Daarbij hebben de 45+ hun zaakjes op orde, maar de jongeren krijgen die kans niet.
De schuldencrisis is een maatschappelijk probleem dat drievoudig doorwerkt: in de balans van de banken, in een kredietkrapte die de economische groei afremt en vooral in een staatschuld die het resultaat is van de redding van het economisch systeem en het dal van 2009. Die staatsschuld gaat nog 10-15 jaar pijn doen. Ik wil hier verder alleen de nadruk leggen op de generatiekloof.
De crisis van 2009 maakt een einde aan een economisch model gebaseerd op het consumeren op basis van geld lenen en een groeimodel gebaseerd op diensten in plaats van industrie. Dat de kredietcrisis ons dwingt om te kijken naar wat echt toegevoegde waarde is en hoe we echt van kennis de brandstof van waardecreatie is zal elke ondernemer onderschrijven. Alleen de politieke denkt dat we het nog even kunnen uitzingen. Dat we naar een ander groeimodel zullen moeten gaan zal elke industriële ondernemer beamen en dat duurzaamheid een prioriteit is ook. Alleen de politiek is autistisch. De industrie wordt immers al 2o jaar gewurgd door een opdroging van kredietmarkten, onhaalbare rendementseisen van 15% op geïnvesteerd vermogen (bij een rente onder de 3%!!!) en roofbouw door asset strippende equity funds. Industrie heeft alleen aan de rendementseisen kunnen voldoen door te letten op opbrengsten op korte termijn, het reduceren van kosten (door banen schrappen en verplaatsen) en door lippendienst te bewijzen aan duurzaamheid. Noch markten, noch politiek hebben een lange termijnvisie en leiderschap getoond waardoor bedrijven met 120 km per uur door de mist racen zonder kaart, koplampen en vangrail. Kortom juist ambitieuze ondernemers vragen ook een ambitieuze overheid en politiek.
We denken blij te zijn te leven in een diensteneconomie van lage salarissen endenken dat ZZP-ers ondernemers zijn, maar je kunt dat ook een risk society noemen. Daarbij is de arbeidsmarkt netjes verdeeld: boven de 45 jaar hoofdzakelijk vaste banen en pensioenen op basis van eindloon. Daaronder de heroïek van eigen bedrijven en een beschikbaar premiestelsel voor pensioenen. Ik ben ondernemer (met vier medewerkers net wat meer dan een ZZP’er), maar een behoorlijk pensioen heb ik niet. In de asset inflation (de stijging van de waarde van activa o.a. huizen) van de afgelopen 20 jaar hebben de 45+ ers goede vermogenswinsten gerealiseerd of in potentie door overwaardes op huizen die ze gaan verzilveren door verkoop aan de jongere generatie. Ik ook, ik was er op tijd bij, maar ik ben er niet trots op. Ik heb er niet voor gekozen, het is me door een belastingstelsel en een vastgeroeste woningmarkt opgedrongen. Aangezien ouderen (vooral in de hogere inkomensklasses) langer leven wordt ook nog het kapitaal opgegeten (de hedonistische ouderen) zodat er relatief weinig vermogen wordt overgedragen naar de volgende generatie. Verder ter herinnering dat starters salarissen van jongeren zijn in 15 jaar nauwelijks gestegen, geen wonder dat er zoveel tweeverdieners zijn: van één inkomen kun je geen middenklasse bestaan meer koesteren. Er is ook een marxistische analyse van de vrouwen emancipatie en die is minder idyllisch: inkomens van vrouwen zijn nodig in de middenklasse om de levensstijl van de bourgeoisie in stand te houden.
Er is maar één partij die het verbroken pact tussen de generaties aan de kaak stelt en dat is D66. VVD en CDA komen op voor de 45+ boven modaal, de SP en PVV komen op voor de 45+ er beneden modaal. Om het pact te herstellen zijn immers een aantal stenen nodig:
1. Een einde maken aan de asset inflation, de woningmarkt openbreken en de prijsstijging kenteren. Lagere/dalende woningprijzen zijn goed nieuws voor de jongeren, en slecht nieuws voor ouderen, (vooral als ze alle overwaarde bijgeleend hebben). Maar een langdurige stagnatie van woningprijzen en zelfs hier en daar een daling maakt de woningmarkt weer toegankelijk voor jongeren. Natuurlijk verliezen er mensen wat, maar hun winst was ook doorgaans maar een papieren winst. Alleen als ze de overwaarde ook beleend hebben en daarmee aandelen hebben gekocht hebben die zijn zuur. Maar ja dat kon je tien jaar geleden lezen dat dat niet verstandig is. Pech…
2. AOW maar vooral pensioenleeftijd naar 67 of op termijn zelfs 70 jaar. Daarbij moeten de pensioenstelsels geen open einde regelingen worden maar ook voor jongeren gedefinieerde uitkeringen opleveren. Een pensioen is geen woekerpolis. Ik wil het nog een keer herhalen: pensioenen moeten gedefinieerde opleveren. Dat dwingt beheerders om op lange termijn te beleggen en geeft ze een streefdoel. Overigens is aangetoond dat pensioenfondsen die op met een beschikbaar premiestelsel werken hogere beheerskosten en lagere rendementen haalt (Aglietta, 2009)
3. Studiefinanciering weer inkomensafhankelijk maken. De hervorming van 1986 was gebaseerd op een fictieve zelfstandigheid, maar een beurs van ruim 200 Euro is geen zelfstandigheid. laten we er gewoon weer uitkomen: studenten leven op koste van hun ouders, en laten de welvarende ouders van over de 45 jaar maar bijdragen. Als ze de jongeren met een staatschuld een lage groei en een milieuschuld, dan mogen ze in elk geval een goede opleiding meegeven. Voor studenten met ouders die het niet kunnen betalen past een royale schenking, want de marathonrenners uit de lagere klassen die het hoger onderwijs halen verdienen echt een pluim. Het echte drama in Nederland is dat maar 25% van de kinderen naar het VWO gaan en maar 15% naar de Universiteit. Daarover een andere keer meer.
Om op Sarkozy terug te komen: toen hij net president was kwam hij zelf de spoorwerkers vertellen dat de pensioenleeftijd met vijf jaar omhoog ging (van 55 naar 60) en zei; Het is niet leuk om te horen, en het is niet leuk om te zeggen, maar we kunnen niet anders.
Sarkozy ontmoet spoorwerkers over AOW naar 67
Dat is leiderschap (jammer dat hij het daarna verknalde).