Mislukken als zaterdagamateur/zakkenvuller

Donderdag liep ik, in Brussel, tegen het boek aan:”On n’est jamais mort en politique” – Men is nooit dood in de politiek – van de franse journaliste Clelie Mathias. Men sterft nooit in de politiek, of om Churchill te parafraseren: de politicus gaat van nederlaag naar nederlaag zonder zijn enthousiasme verliezen. Ik ben ervaringsdeskundige, zoals zovelen in D66 of in elke politieke partijen met het oog op de komende raadsverkiezingen in 2014 wordt de loopbaan van 1000-en lokale politici gebroken. Kortom het is actueel.

Politiek vereist om de aandrang zich te kandideren. Je moet in kleine zaaltjes, op TV de drang hebben te staan voor je programma, voor je waarden, voor je persoonlijkheid. Ja, politiek vraagt om een zekere profileringsdrang, zelfs ijdelheid of arrogantie. Zoals Ingrid van Engelshoven mooi op het congres zei als je gekozen wilt worden, dan moet je verkiesbaar zijn en dus ook risico willen lopen. Ronduit hilarisch is de analyse door Mathias van Dominique de Villepin, die eigenlijk nooit echt kandidaat durft te zijn want hij wil liever gevraagd of benoemt wilt worden. Zo kom je er niet. Net zomin slagen kandidaten die denken dat hun naam al voldoende is om het te halen en te lui of bescheten zijn om campagne te voeren (waarschuwing voor de incumbent).

Verliezen gebeurt dus. Mathias besteed veel aandacht aan het verwerken van het verlies. Uitgebreid analyseert ze dat verliezen een onderdeel van de strategie is. Mitterand en Chirac zijn beide twee keer een hopeloze kandidaat en worden dat jaar geen president maar ze tonen zich wel presidentiables en groeien in vaardigheden en in beeldvorming. Kortom het is goed om een keer mee te doen om een platform te verwerven. Daar hoort bij dat je ruiterlijk je verlies toegeeft en daarna door gaat naar de volgende uitdaging.

Maar als je er echt helemaal voor gaat is verliezen een bittere pil. Daar hoort drama bij, tranen zelfs en enige woede. Opmerkelijk is het dat veel politici de pijn van het verlies verbijten en verdringen. Toch kan verliezen heel sympathiek overkomen: burgers verliezen ook heel vaak (hun spaargeld bij voorbeeld). Maar als je nipt verliest, en het ging om je droombaan, dan is verliezen pijnlijk. Volgens Mathias volgt dan de verbanning of de tocht door de woestijn. In Frankrijk is dat vaak terugvallen op een lokaal mandaat van raadslid, statenlid. Gewoon van nul weer aan beginnen: kindertheater, zandwinning en OV tarieven. Gelukkig hebben we Gelderland nog…

Ronduit tragisch zijn de politici die zich opsluiten in hun eigen gelijk. Ze verliezen keer na keer maar zijn er van overtuigd dat ze een heilige boodschap hebben. Jean-Marie le Pen, behoort tot dit type maar hij heeft de merite dat hij een stevige partij heeft georganiseerd. Francois Bayrou, van de zusterpartij van D66 in Frankrijk – MODEM, combineert een heilige overtuiging dat het politieke midden de toekomst heeft (in een districtenstelsel met twee sterke partijen!!!) met het onvermogen een serieuze partij te bouwen en een goede campagnestrategie te ontvouwen. Hij is de enige die in zijn comeback gelooft (zelfinzicht toont hij niet).

Kortom drie lessen:

- Gebruik verliezen als stap in een lange termijnstrategie (denk na verlies aan de volgende stap)

- Erken je verlies en erken je tekortkomingen, mensen waarderen menselijke politici (en denk aan terugval opties)

-  Sluit je niet op in je eigen gelijk (en vergeet dat ook een goede inhoud om veel inzet vraagt