Wet HOF

In het eerste deel van deze serie heb ik iets verteld over het schatkistbankieren. Ik zal nu de wet HOF uitleggen. Wederom met Gelderse voorbeelden. Ik gebruik soms het jargon dat bij deze problemen hoort, maar mijn inzet is om het zo duidelijk mogelijk uit te leggen. Soms helpt het het jargon te gebruiken. Ik schrik er zelfs ook soms van, maar politieke taal is soms erg technisch om het kort te houden. Vaak is het technisch om het ondoorgrondelijk te maken. Het is mijn taak, als politicus om het wel duidelijk uit te leggen. In het derde artikel ga ik wat manieren aangeven om om te gaan met beide wetten.

De Wet HOF en het begrotingstekort

De Wet HOF is de tweede voorgestelde vernieuwing in de financiele verhoudingen tussen het Rijk  en decentrale overheden. Decentraal dat zijn dus gemeenten, provincies en waterschappen. Het doel van de Wet HOF is te verzorgen dat Nederland voldoet aan de EMU norm van max. 3% tekort op de begroting. Bij het relevant EMU tekort horen ook de tekorten van de lokale overheden. Daarom wil de Rijksoverheid, die beboet kan worden als de 3% norm overtreden wordt grip hebben. Gelet op de grote problemen met kwistige lokale overheden in Frankrijk, Duitsland en Spanje is het geen onredelijk streven om hier afspraken te maken. Overigens is de Wet HOF geen dictaat uit Brussel, Hoe lidstaten grip hebben op de financien van lagere overheden laat Brussel over aan de lidstaten. De Wet HOF is een bedenksel van de gedoogcoalitie (inclusief PVV).

Hoe werkt de wet HOF

De Wet HOF stelt heel simpel dat in een jaar een overheid niet meer geld mag uitgeven dan ze aan geld binnenkrijgt. Ik zeg Geld: dus het gaat om de geldstromen. Decentrale overheden moesten al evenwichtige begrotingen hebben, waarbij de bestemmingen gedekt moest worden door inkomsten. Nu geldt bij lokale overheden het systeem dat je kosten op de begroting zet als je de verplichting aangaat. Dus in het jaar dat je beslist een weg aan te leggen zet je al die kosten op de begroting. Ook al wordt er pas drie jaar later begonnen met de aanleg en hij is pas vijf jaar later klaar. Om over een aantal jaren de facturen te kunnen betalen leg je dus een bestemmingsreserve aan. Voor de berekening van het EMU relevant begrotingstekort (zo heet dat) gaat het niet om de kosten die je begroot maar om de daadwerkelijke uitbetaling.

Ik heb het voorbeeld van wegen genomen, omdat de Wet HOF vooral gevolgen heeft voor investeringen. En ik doe er VVD raadsleden een plezier mee. Lopende uitgaven zoals ambtenaren, uitkeringen, subsidies aan bibliotheken zijn jaarlijks vergelijkbaar worden immers al gedekt uit de normale begroting. Overheden die niet investeren in ons land hebben dus weinig last van de Wet HOF. Provincies maar ook grote gemeentes (Rotterdam met het Havenbedrijf) investeren wel in de toekomst en hebben dus met de Wet HOF te maken.

Nu kan het natuurlijk zo zijn dat als je in 2011 begint met het vormgeven van een investeringsprogramma het een aantal jaren duurt voordat de schop in de grond gaat. Ook al begroot je jaarlijks ongeveer een gelijk bedrag aan investeringen, de werkelijke aanleg kan in een bepaald jaar vallen. Logisch in 2011 heb je verkiezingen en in 2012-2013 ga je plannen maken, overleggen met bestuurlijke partners, inspraakrondes en in 2014 gaat de schop de grond in. Maar dat betekent dat je in 2014 en 2015 fors uitgeeft en dus twee jaar in overtreding bent.

De oplossing is dat je dus je investeringen “beter” moet plannen. Naar voren halen is moeilijk dus je gaat over een langere tijd uitsmeren: de helft van de investeringen schuif je van 2014 naar 2015, de eerste helft van 2015 schuif je door naar 2016 en de tweede helft nog eens naar 2017. De plannen voor 2016 schuif je dan door naar 2018 en 2019 enzovoorts. Als je nog een werkvoorraad (prachtig woord voor niets doen) hebt dan duurt het des te langer. Gelderland heeft zeker vier jaar werk voorraad, dus plannen die we nu in gang zetten worden pas in 2023 aangevangen. De Crisis en Herstelwet doet daar niets aan af.

Je kunt ook vasthouden aan je plannen maar dan zul je elders op rem moeten trappen. Salarissen moeten uitbetaald worden, maar je kunt afzien van wegenonderhoud in het laatste kwartaal en pas beginnen met zout strooien in januari (ook al is er dan geen sneeuw). Leuker kunnen we het niet maken, gladder wel…

Reserves aanleggen helpen niet echt

Ik ga het nog een keer anders uitleggen, want ik hoor nu reactie als: O dan richten we heel snel een fonds op van waaruit we de wegen betalen. Nee, niet het moment dat de reserve wordt aangelegd telt, maar het moment dat echt geld (dus de factuur van de wegenbouwer wordt betaald) is bepalend voor de wet HOF. Nu kun je wel bepaalde vormen van reserves aanleggen, maar het algemene principe van deze reserves is dat je er dan niet meer over gaat.  Je moet dan een BV oprichten, daaraan een ruim kader meegeven, je mag de bestuurders benoemen maar dat is het dan ook. De besteding van de middelen is aan de directie van de BV of de stichting. Deze oplossing gaat alleen op voor  bestemmingen op afstand van de overheid die beleidsarm gevolgd kan worden. Maar dan ga je als lokale overheid niet meer over je investeringen. U zegt VESTIA? Leuker kunnen we het niet maken, slimmer wel…

Schuld en Boete

Wat gebeurt er als een lokale overheid niet voldoet aan de Wet HOF. Dan volgt er een boete, zo stelt het wetsvoorstel. Nu zou het zo kunnen zijn dat een schending van de Wet HOF door de aanleg van een sportveld in de gemeente Scherpenzeel geen impact heeft op het globale begrotingstekort van Nederland ook dan volgt een boete. Ik heb voorgesteld dat het Ministerie van Financieen net als bij de vennootschapsbelasting verliesverrekening invoer: je kunt het ene jaar compenseren met het vorige of volgende, dan zou je de boete kunnen rekenen over de total overschrijding over vier jaar. Leuker kunnen we het niet maken, moeilijker wel…

Voor wie is de Wet HOF een probleem

De Wet HOF is vooral een probleem voor hele kleine lokale overheden en voor overheden die veel investeren en veel vermogen hebben. Kortom voor Schiermonnikoog en voor Gelderland. Stel nu dat Schiermonnikoog een nieuwe basisschool wil bouwen dan zal dat in enig jaar een forse uitgave zijn (facturen aan bouwers). Je kunt wel reserveren maar het gaat om het jaar dat je werkelijk betaald. Kleine gemeentes zouden dus ontheffing moeten vragen, of samengaan met een buurgemeente. Een vorm die in Gelderland is voorgesteld is om met een aantal overheden een cooperatie vormt die onderlinge verschillen kunnen opvangen. Als ik die rondweg nou in 2021 aanleg mag jij hem in 2019. Over bestuurlijke drukte gesproken.

Natuurlijk zijn de gevolgen ook ingrijpend voor overheden met ruime vermogens, zoals Gelderland. Gelderland heeft voor de komende vijf jaar een investeringsvolume van ruim 1 Mld Euro voorzien. Dat zijn deels autonome investeringen, bijvoorbeeld rondwegen en provinciale wegen. Deels zijn het bijdrages aan Rijksbeleid zoals Ruimte voor de Rivieren, de doortrekking van de A15. Jaarlijks mogen we in plaats van gemiddeld 200 Mln investeren nog maar 150 Mln investeren. Dar betekent dat er nu al een saldo van 250 mln Euro aan investeringen zijn die al geaccordeerd zijn maar op de lange baan geschoven worden. Gelderland verhoogt zo de werkloosheid met 2500 personen in de bouw. Leuker kunnen we het niet maken, stiller wel…

NERPE en HOF

Ik breng nog een element in. Op dit moment is er ook een wetsvoorstel genoemd NERPE, die gaat er om dat het Rijk lokale overheden wil houden aan het naleven en bereiken van andere Europese beleidsdoelen, zoals waterkwaliteit, de vogelrichtlijn, en luchtkwaliteit en nog honderden andere doelen. Vaak moet naleven worden betaald uit de bijdrage uit gemeente/provinciefonds. Nu kan het zijn dat voor de naleving van een Europese richtlijn een investering gedaan moet worden (in infrastructuur) en dus geld moet worden uitgegeven, waardoor het HOF-Plafond wordt overschreden. Een gemeente heeft dan de keuze: niet investeren en een boete in het kader van de wet NERPE te krijgen of wel investeren en een boete krijgen in het kader van de Wet HOF. Leuker kunnen we het niet maken, drukker wel…

Stabiliteit en Groei

De achterliggende gedachte bij de Wet HOF is een goeie: zorgen dat de provincies en gemeentes bijdragen aan houdbare overheidsfinancien. Maar de uitdaging van deze periode is niet alleen stabiliteit, ook groei en duurzame ontwikkelingen zijn belangrijke doelstellingen. De Wet HOF zorgt op het oog voor meer stabiliteit maar ook voor beduidend minder groei. Overheden kunnen niet meer anticyclisch investeren. Daarnaast tast de Wet HOF de beleidsvrijheid van lokale overheden aan. Net als bij het Schatkistbankieren (volgende weblog behandel ik de gecombineerde effecten), moet je ook weten of je de consequenties van de Wet HOF wilt. Daarom is ook deze Wet HOF aanleiding om een debat te hebben over de relaties tussen de overheid en een vraag aan de Burger welke overheid we willen.