Minder politiek: provincies en volksvertegenwoordigers

Woensdag  kwamen twee onderwerpen aan de orde in de Provinciale Staten die nauw met elkaar te maken hebben maar door de regering en door gedeputeerde staten als twee afzonderlijke onderwerpen is aangekaart: de hervorming van het openbaar bestuur en het verkleinen van de volksvertegenwoordiging. De regering heeft over beide onderwerpen twee visieloze stukken geproduceerd, die het openbaar bestuur eerder op slot zet dan in beweging zet.

Van Provincies naar Landsdelen

Als het gaat om openbaar bestuur zou de discussie moeten gaan over een schaal van provincies en gemeentes die hun taak aankunnen. Bij de provincies gaat het eerst om de Randstad. De randstad is en van de grootste stedelijke gebieden van Europa, maar anders dan het Ruhrgebied, Parijs of Londen verdeelt over drie stadsregio’s en vier provincies. Twee havens concurreren met elkaar, vier steden strijden om cultuurvoorzieningen en openbaar vervoer. Terecht zijn de geluiden die het bestuur van de Randstad willen reorganiseren.

Groot Gelderland

Daartegenover staan de provincies die niet tot de Randstad behoren. Als de helft van Nederland in een nieuwe provincie woont, dan kun je niet de rest over acht krachteloze provincies verdelen. De beste oplossing is dan eerst om meer bevoegdheden over ruimtelijk, economisch beleid maar ook cultuur inrichting van onderwijs en nog wat onderwerpen naar de provincies overhevelen. maar provincies met meer bevoegdheden hebben misschien ook een grotere schaal nodig.

D66 is voor het opschalen van Gelderland tot een landsdeel Oost door een fusie van Gelderland en Overijssel met daarbij stukken van Limburg (Mook), Zuid-Holland (Gorinchem) en Flevoland die zelf vinden daar logisch bij aan te sluiten. Die schaal kan een sterk ruimtelijk beleid voeren met behoud en ontwikkeling van  van een aantrekkelijke natuur, kan een krachtig regionaal economisch beleid met aandacht voor innovatie, energietransitie en toerisme/cultuur. Je zou ook kunnen overwegen om (net als in andere EU landen) middelbaar onderwijs en arbeidsmarktbeleid aan de landsdelen over te dragen.

Gemeentes

Als het de gemeentes aangaat, ben ik lang van de school van “small is beaufiful” geweest. Kleine gemeentes dicht bij de burger, met meer democratische regionale samenwerkingsverbanden. Nu de gemeentes steeds meer taken krijgen (en helaas niet de middelen), maar nu ook veel gemeentes financieel er krap voor staan en als er bovendien krimp ontstaat en tenslotte krapte op de arbeidsmarkt optreed; zijn grotere gemeentes beter in staat om goed een breed taken- en dienstenpakket aan te bieden. Of herindeling danwel ambtelijke samenvoeging de beste oplossing is, laat ik in het midden. Je moet ook durven experimenteren en variatie toelaten, maar wel schaalvoordelen bevorderen, ook met een hervorming van de financiering van gemeentes.

In elk geval kunnen we niet verder met de gedacht dat herindelingen alleen vrijwillig tot stand kunnen komen. Nu meer en meer gemeentes in artikel12 status komen is gedwongen herindeling nadrukkelijk aan de orde. Maar liever een visie op gemeentes en een weg naar sterke en grote gemeentes. Dat kunnen sterke plattelandsgemeentes zijn, maar wat mij betreft mag de taboe op grote stadsgemeentes ook opgegeven worden. Uitendelijk is er vaak veel samenhang tussen de stad en de randgemeentes.

Minder Politici

En dan de omvang van de volksvertegenwoordiging. Er valt veel te zeggen over de omvang van de volksvertegenwoordiging. Er is geen wet die zegt hoeveel statenleden je nodig hebt om effectief te zijn, of hoeveel je nodig hebt om pluriform te zijn. De staten zijn al in 2003 teruggebracht van 79 naar 53 leden. Dat laatste aantal werd toen beschouwd als voldoende. D66 is niet tegen het verder verkleinen van de staten maar wel in een discussie in relatie tot taken. Ook vind D66 het redelijk dat ook gekeken wordt naar bezoldiging van statenleden, waarbij wij pleiten voor een schaal voor gemeenteraadsleden en statenleden op basis van aantal inwoners. tenslotte zou een verkleining van de staten samen kunnen gaan met vergroting van het aantal fractievolgers.

Niet de financiën mogen leidend zijn in de discussie over de omvang van de staten. Tenslotte kost de democratie maar 0,2% van de Gelderse begroting. Dat is al democratie voor twee dubbeltjes per 100 Euro beleid. Ook het gevoel: “weg met de politiek” mag niet leidend zijn. Dat is een te simpele benadering van waar de drukte in het openbaar bestuur is.