Innovatie is de toekomst voor Gelderse economie

De toekomst van de Gelderse economie ligt volgens D66 in innovatie. Nu al is onderzoek en ontwikkeling goed voor meer dan 30.000 banen. Dat is meer dan de landbouwsector, en deze werkgelegenheid groeit. Elke baan in onderzoek en ontwikkeling vertaalt zich in drie banen in de industrie en vijf banen in dienstverlening. Ongeveer 240.000 banen hangen af van onderzoek en ontwikkeling. Daarom heeft de kenniseconomie onze aandacht, ook omdat kennis kan bijdrage aan een duurzame landbouw, duurzaam energie gebruik en aan dynamische steden. In Gelderland is het sterkste materiaal, de zuinigste CV ketel en de chip voor de I-Phone ontwikkeld.

De kenniseconomie is de basis voor de stedelijke dynamiek in Nijmegen en Wageningen. Elke student genereert 25.000 euro inkomen voor deze provincie. De universiteiten genereren ook veel startende bedrijven. Het vasthouden van ons ondernemend en innovatief talent is van groot belang voor de toekomst van Gelderland. D66 wil een provincie waar talent opgroeit, komt en blijft wonen,  onderneemt en banen schept, en bijdraagt aan het oplossen van de grote maatschappelijke uitdagingen.

Onder deze regering staat de kenniseconomie onder druk. Er wordt bezuinigd op onderzoek en ontwikkeling. Studenten die naast hun studie werken of een bedrijf beginnen worden beboet. Zo bezuinigen we op onze toekomst. D66 wil investeren in onze toekomst want Gelderland kan beter en wordt beter met D66.

Dit is ons tien punten plan voor een innovatief en toekomstgericht Gelderland:

  1. De provincie zet in de eerste 100 dagen van de nieuwe bestuursperiode een Task-force innovatie op met ondernemers en onderzoeksinstellingen om een strategie te ontwikkelen. In deze strategie wordt vooruit gekeken vanuit de versterkte rol van de provincie in het regionaal economisch beleid. Deze strategie wordt afgestemd met andere provincies.
  2. De provincie stelt zich op als regisseur voor innovatie bij grote maatschappelijke uitdagingen in Gelderland zoals energietransitie, duurzame voedingproductie en krimp/vergrijzing. Daarvoor worden met de betrokken partijen routekaarten ontwikkeld. Rond deze grote uitdagingen wordt focus en massa nagestreefd.
  3. De provincie verbreedt haar kijk op innovatie boven de twee geselecteerde clusters (food en health) waarbij de rol van de provincie is in het verbinden van clusters en het betrekken van low-tech bij high-tech. Voorzover (meta-) clustering niet uit de routekaart voortkomt ondersteunt de provincie alleen bottom-up clustering. De provincie ondersteunt alleen regionale technologiecentra als deze draagvlak hebben.
  4. Er komt een meerjarige subsidie-instrument om binnen brede werkprogramma’s gedefinieerd door de Task-Force samenwerking tussen MKB en kennisinstellingen te bevorderen. Er vinden twee indienrondes per jaar waar de beste projecten door externen worden geëvalueerd. De uitvoering en begeleiding wordt op afstand gezet, bijvoorbeeld bij Oost NV.
  5. De provincie ontwikkelt via Oost NV een resolverend fonds om kredieten en garanties af te geven om de kloof tussen onderzoek en toepassing te dichten. De provincie kan daarbij een hefboomeffect realiseren door samenwerking met de Europese Investeringsbank (EIB).
  6. In de strategische terreinen ondersteunt de provincie een goede aansluiting van MBO-HBO en WO op elkaar en op de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt. De provincie ondersteunt de opzet van open innovatielabs en FabLabs (werkplaatsen).
  7. De provincie zet een gezamenlijke internationale promotiestrategie op. Samen met bedrijven en kennisinstellingen organiseert ze een showcase voor de technologische en wetenschappelijke attachés en versterkt ze haar lobby bij de Europese Unie. De strategie voor het aantrekken van buitenlandse investeerders wordt sterker afgestemd op de unieke technologische infrastructuur in Gelderland.
  8. De provincie bevordert internationale samenwerking in onderzoek en ontwikkeling. De provincie zet een matching fund op voor strategische internationale projecten en bevordert deelname van MKB in internationale projecten (ERANET). Daarnaast bevordert de provincie internationale allianties met complementaire regio’s zoals NRW voor Energie.
  9. De provincie bevordert thematische bedrijvenparken voor kennisintensieve bedrijven zoals het Noviotech Campus in Nijmegen of het Energiepark Kleefse Waard. Ook bevordert de provincie samenwerking op het gebied van het delen van faciliteiten. Daarnaast onderzoekt de provincie de mogelijkheid van regelarme kansenzones voor innovatieve bedrijven op te herstructureren bedrijfsterreinen, vooral in krimpregio’s.
  10. Verbeter de vestigingsvoorwaarden voor kenniswerkers. De provincie bevordert de oprichting van een internationale school in Nijmegen. De provincie bevordert internationale uitwisseling van studenten en docenten. De provincie bevordert een voldoende aanbod van huisvesting voor studenten, starters en buitenlandse kenniswerkers.