DRU in Ulft: Durf of Hoogmoed

Gisteren, dinsdag 5 Oktober was de D66 Statenfractie op bezoek in Ulft, bij de DRU fabriek. Voor mij de derde fabriek die dag, de eerste die niet meer in gebruik is. Ik ben dol op fabrieken, het liefst in gebruik met mensen die met passie mooie producten maken met vakmanschap en oog voor duurzaamheid. Als ze niet meer in gebruik zijn verdienen ze een tweede leven. Industrie is deel van onze geschiedenis en blijft deel van onze toekomst. Het doorgeven en veranderen van vakmanschap en ondernemerschap is telkens weer een uitdaging.

 Durf of Hoogmoed

Het project DRU fabriek toont enorme lef vande Gemeente Oude IJsselstreek: een groot complex van 19de eeuws industrieel erfgoed, gelegen tussen de kern Ulft en de Oude IJssel, aan de rand van de bebouwde kom. Het was het meest eenvoudig om op dit terrein woningbouw te plegen of een recht toe recht aan bedrijfsterrein. Nee, men heeft gekozen om het erfgoed te behouden en een groot aantal functies op het terrein te herbergen: van bibliotheek tot congrescentrum, poppodium, grand café en museum, daarnaast ook atelierwoningen en werkplaatsen. Ook in de aanpak heeft gans Ulft zich gemobiliseerd in een open plan proces. Tenslotte heeft men nadrukkelijk gekeken over de grens o.a. in Duitsland en England. Hulde, Charles Landry zou er trots op zijn zowel in proces als in resultaat.

Toch zijn er kanttekeningen. De investering is fors geweest, maar dan heb je ook wat. Daar doe ik niets aan af. Wat zorgelijk is, is drievoudig: in de eerste plaats is de imbedding van de DRU in een strategische visie op de economie niet sterk. Dat leidt tot een hotch-potch aan initiatieven waarbij betrokkenheid met de mensen in de IJsselstreek en de Europese ambities moeilijk op elkaar aansluiten. Hier is een denkslag nodig. Het is niet te laat maar wel nood aan meer samenhang. In de tweede plaats lijkt de exploitatie van het complex verre van sluitend, zodat de lopende verliezen zwaar drukken op de gemeente. Flauw argument natuurlijk, dat nooit opgeld doet als we een historisch complex over de grens bezoeken, maar toch een zorg. Dat is omdat de DRU en de bijpassende woningbouw wel tegen de krimp op gebouwd is. En de krimp gaat echt niet aan Ulft voorbij, daar doet de DRU in zijn eentje niet genoeg tegen (het is wel een begin, als het past in een strategie). Zo kom ik bij mijn derde kanttekening: de inspanningen in de DRU gaan zowel menselijk als financieel ten koste van een fijnmazige voorzieningennet in de kleine kernen van de IJsselstreek. Dat probleem gaat niet weg (ik zal in een volgende blog aandacht besteden aan een Krimp & Ontwikkelingsfonds).

Ik vind de durf overwegen in de afweging, de hoogmoed zie ik liever vertaald in een zakelijke opvolging van de ontwikkeling van de DRU en vooral een betere inbedding in een economische strategie voor de Achterhoek. Als politicus denk ik graag met de IJsselstreek mee over een strategie waar de DRU een ankerpunt in is.