Nog 48 uur Nieuwe Energie voor Gelderland

Michiel Scheffer: Nieuwe energie voor Gelderland

Nog 48 uur mogen D66 leden in Gelderland kiezen voor een van de twee kandidaten voor het lijsttrekkerschap met D66 voor de provinciale staten in 2011. In het debat en in het vraag en antwoordspel met de leden wordt de uitdaging scherper zichtbaar. Ik heb in vier debatten veel geleerd, maar vooral de prioriteiten nóg beter voor ogen.

Mijn eerste les is dat de provincie vooral beter bestuurd kan worden. Dat is het adagium “minder maar beter”, dat is ook betrouwbaar en voorspelbaar optreden. Geen vriendjespolitiek of deals in de achterkamer. De provincie moet daarbij doorbraken mogelijk maken, en niet drukte creeren. Prioriteit is een beter bestuur, geen structuurdiscussies maar een betere bestuurscultuur. Geen discussie over bevoegdheden, maar de bestaande bevoegdheden zorgvuldig gebruiken. Geen visies over verhoudingen tussen besturen maar een visie op wat de provincie kan. Geen vrijblijvende ambities maar pragmatische programma’s die echte problemen helpen oplossen. Gelderland verdient beter, Gelderland verdient nieuwe energie. Geen opgeblazen bestuur.

Mijn tweede les is dat we de provincie dichterbij de burger brengen door daadkracht te tonen waar het moet maar zich niet overal mee te bemoeien.  Dat vertaalt zich in het oplossen van oude knelpunten zoals de Emperbocht bij Zutphen om een spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem mogelijk te maken. Dat vertaalt zich in strepen in het zand bijvoorbeeld om het Kastanjedal in Ubbergen te beschermen tegen woningbouw dor het strikt handhaven van de ecologische structuur. Het betekent ook een scherp toezicht op de gemeentefinanciën maar ook gemeentes bijstaan regionale ambities waar te maken. Dus wel Arnhem Centraal afmaken meer geen Rijnhaven. Tenslotte  betekent dat initiatieven uit de samenleving ondersteunen zoals het Akkoord van Groenlo of het Energiecluster in Arnhem.  Het gaat om de combinatie van goed bestuur, investeren en faciliteren. Met een nieuwe coalitie en met D66.

Mijn derde les is dat de Nuon-gelden geen aanleiding geven om schraalhans tot keukenmeester te promoveren, maar evenmin om Sinterklaas te spelen. In de eerste plaats moet er een goede verhouding zijn tussen bezuinigen en investeren. Beide processen vragen om visie en om zorgvuldigheid. veel geld uitgeven betekent ook dat je niet op details moet sturen maar ook ruimte geven aan initiatieven vanuit de samenleving.

Mijn vierde les is dat D66 zich moet verbreden. Dat wil zeggen dat naast de kiezers op de Wageningseberg, de Hoogkamp en de Hunnerberg er een boodschap voor Visveld, Hoogvonder en Hoevelaken is, met een nieuwe visie op wonen, landbouw en openbaar vervoer. Dat betekent dat D66 ook  weer een beweging van betrokken ouders in oudercommissies, innovatieve ondernemers, vrijgevochten ambachtslieden en bezorgde thuiszorgers moet zijn.

Mij vijfde les is dat we echt alle energie nodig hebben om een goed programma, een gedreven lijst en gemotiveerde afdelingen te hebben voor een beter bestuur in Gelderland.