Versnipperd land: nieuwe energie voor een politiek dialoog
Op 9 juni is D66 landelijk weer op de kaart gezet dankzij de steun van ruim 600.000 stemmers. Aangezien veel mensen uiteindelijk strategisch voor PvdA of VVD hebben gestemd, kun je aannemen dat die 600.000 gevoelsmatig en inhoudelijk dichtbij D66 staan. De wederopstanding van D66 is maar één van de nieuwsfeiten van deze verkiezingen. De ineenstorting van het CDA, de doorbraak van de PVV maar in het bijzonder de versnippering van het politiek spectrum zijn belangrijkere nieuwsfeiten. De versnippering betreft zowel de vertegenwoordiging van de kiezer als de machtsvorming. De versnippering en het zwevend electoraat bereikt overigens het tegendeel van wat het beoogd: minder bestuurskracht en zwevende partijen.
Na de verkiezingen zijn er in elk geval op Twitter discussies over het elkaar uitsluiten van partijen. Zo is er een actie uit christelijke hoek “I apologize for the 1,2 Mln Dutch People who voted voor D66 and Groen Links”. Er is ook tussen PVV enerzijds en GL/D66/PvdA een Dynamiek van wederzijdse uitsluiting. Sommige mechanismes getuigen van weinig hygiëne: de redenering “D66 schoffeert 1,5 Mln kiezers” is onzuiver en onhygiënisch. De peiling van Maurice de Hond vanochtend geeft duidelijk aan dat 97% van de PvdA, D66 en Groen Links kiezers tegen een coalitie met PVV zijn. Bijna 90% van de PVV kiezers wijst en paarse coalitie af. Elke partij heeft zijn mandaat, en die mandaten sluiten elkaar uit. Kortom de redenering is dat we in een verdeeld land leven. Het is niet leuk om vast te stellen maar dat is de correcte vaststelling. Een tweedeling volk tegen elite klopt niet want het volk zelf heeft verdeeld gestemd. De redenering dat een elite een groep kiezers uitsluit is onjuist, want Nederland zou toch een geweldig land zijn als het een elite had van 3 Mln mensen… Excuses aanbieden voor kiezers is ook en aantasting van de soevereiniteit van de kiezer. Ik heb me nooit geschaamd voor christelijk orthodoxe kiezers en nooit om excuses gevraagd.
Daarmee hebben we de oplossing niet gevonden. Een oplossing is het gesprek aangaan. Tussen gevestigde partijen bestaat dat dialoog: ik ben op straat met leden van de Christen Unie, VVD, CDA, Groen Links en SP in gesprek gekomen. Je kunt er voor uit komen dat je vanuit verschillende ervaringen en opvattingen tot verschillende keuzes kunt komen , maar dat je ook tot overeenstemming kunt komen. Er bestaat waardering over en weer tussen partijen: D66 begrijpen de levensbeschouwelijke bevlogenheid van de Christen Unie omdat ze zelf ook vanuit een sterk (maar ander) mensbeeld politiek bedrijven. Het probleem van de PVV is dat het gesprek niet ontstaat. De PVV heeft geen afdeling Nijmegen, ze huren een bedrijf in om folders te verdelen en de kiezers gaan het gesprek niet aan. Ik ben in 50 uur flyeren of canvassen niemand tegen gekomen die er voor uit kwam PVV te stemmen. Als we de gelijkwaardigheid van kiezers erkennen dan is een dialoog noodzakelijk als manier om de versnippering te overwinnen.
En toch moeten we verder. We kunnen natuurlijk pleiten voor democratische hervorming, maar dat is niet de kern van het probleem. Door D66 en Groen Links tot samengaan te dwingen of de PVV onder een kiesdrempel te schoffelen, of te dwingen samen te gaan met de VVD, is een probleem alleen maar verborgen en niet opgelost. Nu is mijn redenering niet dat PVV stemmers de weg kwijt zijn. Ik wil niet afgaan op citaten in de media van PVV stemmers, ik ben al canvassend ook PvdA, GL of D66 stemmers tegengekomen die niet veel verder komen dan: “Cohen, daar heb ik vertrouwen in”, of “ik ben voor onderwijs dus D66″. Het diskwalificeren van de kiezer is geen basis voor een oplossing. Ik ben nog wel geneigd te denken dat burgerschap een verantwoordelijkheid is en dat je je stemrecht niet lichtzinnig moet opvatten. Stemmen heeft gevolgen, en de kiezers zou zich grondig moeten oriënteren. Ik geloof er ook in dat veel kiezers dat willen. Ik geloof ook niet dat de politiek en de media de kiezer een goede dienst hebben bewezen.
Ik zie de oplossing in twee richtingen, met een voorwaarde. De voorwaarde is respect voor de grondwet en democratische principes zowel in het gesprek tussen partijen als in de uitvoering van het beleid. Het respect voor de grondwet is principieel en pragmatisch. Principieel want de grondwet waarborgt democratie en rechtstaat en daarmee de mogelijkheid tot een dialoog. Pragmatisch want de wijziging van de grondwet vereist een meerderheid van 2/3de en dat bereik je alleen als uitkomst en niet als inzet van het gesprek. Een gevaarlijk fenomeen is het aanranden van de grondwet, een fenomeen dat onder Fortuyn is begonnen. Je betwist delen van de grondwet, waardoor je feitelijk gedrag tegen de grondwet legitimeert. Daarmee realiseer je een uitholling van rechtstaat en democratie.
De eerste richting is om het gesprek aan te gaan vanuit de buik of vanuit de dagelijkse ergernissen of de droom die men voor zichzelf en onze kinderen voor ogen heeft. Welke echte zorgen vormen de basis van het politiek handelen, en welk lange termijn doel heeft men voor ogen. Dat kan het beste naar boven worden gehaald in een socratisch gesprek: vragend en wijzend op tegenstrijdigheid en oog op consequenties van uitspraken. Dat betekent dat je de problemen niet bagatelliseert. Er is onvrede in wijken met veel allochtonen, er is een ontheemding in de Hollandse buitenwijken en onthechting in Limburg zoals er ook een misplaatste arrogantie kan zijn binnen de Grachtengordels of op de Heuvelrug. Dit gesprek vraagt om een andere ordening van het gesprek: niet het debat in Carré maar een variant op de “Town Hall Meetings” of huiskamerbijeenkomsten.
De tweede voorwaarde is het herstellen van het politiek proces. Het gaat dan om de fameuze kloof, of van wat ook wel heet: een crisis van vertegenwoordiging. Het komt deels omdat de media hun rol van media niet goed meer spelen waarbij de oplossing kan worden gevonden in de opkomst van communicatiedeskundigen en van sociale media. De eerste oplossing geeft te veel ruimte aan de uitvoerende macht, de tweede oplossing leidt vooral tot kortademigheid en versnippering. Dat komt ook deels omdat het spel in Den Haag de overhand heeft gekregen over de vertegenwoordigende functie. Partijen zijn geen basisbewegingen meer maar slechts recruteringsmachines voor bestuurders en kanonnenvoer voor de campagnes. De ideeënvorming vindt nauwelijks meer binnen partijen plaats, debat evenmin. Ook als gezelligheidsvereniging werken de meeste partijen niet meer. Nu is de politieke partij al vijftien jaar geleden ten graven gedragen, maar een goed alternatief is er niet gekomen. Ik vind de oproep van Frank van den Heuvel aan het CDA wel sympathiek (maar ongeloofwaardig), als poging om van partijen bredere vorming en participatiebewegingen te maken. In Nijmegen zijn we die weg ingeslagen maar ook daar is D66 slechts 3% van haar kiezers .
We moeten samen verder, dat betekent ook een uitnodiging aan eenieder om daarover mee te denken… Het is tijd om nieuwe energie in het politieke debat te stoppen, niet alleen in Nederland maar ook in Gelderland.