D66 wil dat provincies investeren
BESTUURSAKKOORD schiet tekort
door Jan Terlouw, Michiel Scheffer, Marusjka Lestrade, Aart Karssen
Om uit de huidige crisis te komen hebben we een combinatie van bezuinigen en investeren nodig. De provincies hebben het geld om ons uit de crisis te investeren. Een aantal provincies, waaronder Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant, heeft het bestuursakkoord tussen rijk en provincies daarom afgewezen.
Het akkoord houdt in dat de provincies hun vermogens bij het Ministerie van Financiëen moeten stallen. Dat betekent een veel lagere rente. Dit heet schatkistbankieren. Daarnaast worden alle overheden beperkt in hun jaarlijkse investeringen, dat heet deWet Hof.
Voor provincies als Gelderland, Brabant en Overijssel betekent dit voor elk ongeveer 40 miljoen euro renteverlies. Bovendien kunnen zij jaarlijks 100 miljoen minder investeren.
Is dat erg? Ja dat is erg. Het gaat er de provincies niet alleen om dat ze in hun bestuursautonomie worden beperkt. Provincies met verantwoordelijkheid voor de regionale economie moeten de (eigen) middelen kunnen inzetten, metinvesteringen kunnen zij bijdragen aan een uitweg uit de crisis.
Nederland staat er slecht voor
Dat komt allereerst door de financiële crisis. Banken hebben te veel geleend, vooral aan de vastgoedsector en in hypotheken. Het redden van de banken heeft een gat in de overheidsfinanciëen geslagen. Maar nu redden de banken zich door minder te lenen aan bedrijven. En meer dan dat, er is te weinig geld beschikbaar voor investeringen in de toekomst: in bijvoorbeeld duurzame energie en in nieuwe banen.
De rijksoverheid moet bezuinigen en kan niet investeren. De provincies hebben nu wel geld, en dat kunnen ze gericht inzetten. Dat kunnen ze niet langerdoen onder het bestuursakkoord.
Voor duurzame energie en innovatie is in Overijssel een fonds van ruim 300 miljoen en in Brabant 175 miljoen. In Gelderland gaat het om eerste investering van 100 miljoen en met een tweede schijf als er meer nodig is. Dat schept ongeveer 30.000 banen. Alle drie deze provincies hebben fondsen opgezet die andere financiële partijen aanmoedigt deel te nemen. Pensioenfondsen zoeken naar betere rendementen, particuliere fondsen zoeken langetermijn- investeringen.
Met een vermogen van 7 miljard kunnen de drie provincies wellicht een totaal vermogen van 40 miljard mobiliseren. Zo zouden pensioenfondsen ook kunnen investeren in infrastructuur die over lange termijn rendement geeft. Geen subsidies maar langetermijnleningen. Dat is genoeg om ons de crisis uit te werken.
Wat zou daarmee moeten gebeuren:
1. De toekomst van de Nederlandse economie zit in de export
Maar de banken leveren niet genoeg werkkapitaal om de kansen in Azië te pakken. Het alternatief kan zijn een financiering door middel van kredietunies; via garanties kan werkkapitaal voor export worden gemobiliseerd. De provincies zouden de oprichting van kredietunies kunnen bevorderen en garantieregelingen voor exportkrediet kunnen opzetten.
2. We lopen achter in de omslag naar duurzame energie
… en de herwinning van grondstoffen uit afval. Zowel in Gelderland als Overijssel hebben we daar fondsen voor opgezet, maar met bijna 300 miljoen is dat slechts 10 procent van wat nodig is om alleen al in Zuid- en Oost-Nederland de Europese doelstelling te halen. Dat kan beter. Er zijn initiatieven genoeg, maar die struikelen door gebrekaan kapitaal.3. De bouw is de binnenlandse sector die het zwaarst lijdt onder de crisis, en dit terwijl er wel behoefte is aan woningen. Maar starters komen er niet aan toe. Zowel in Overijssel als in Gelderland worden binnenstedelijke woonprojecten flot getrokken. Daarnaast verstoken Nederlanders nog te veel energie. Op veel plaatsen verloederen de binnensteden.
D66 stelt voor om een groot restauratie- en energiebesparingsfonds op te zetten. Drie vliegen in één klap: meer banen (en minder werkloosheid, vooral in de bouw), minder energiegebruik (en meer koopkracht), mooiere steden en dorpen (en meer leefbaarheid en recreatie).
Ruimte om te investeren
Investeren kan alleen als het rijk de provincies de ruimte geeft om te investeren. Dat betekent dat rijk en provincies opnieuw rond de tafel moeten. Niet om te zwartepieten maar om een visie en een bestuursakkoord te ontwikkelen over hoe we samen het sterkst uit de crisis kunnen komen.
Aart Karssen, Marusjka Lestrade en Michiel Scheffer zijn namens D66 fractievoorzitter in de Provinciale Staten van Overijssel, Brabant en Gelderland. Jan Terlouw was partijleider van D66 en Commissaris van de Koningin in Gelderland.
Dit artikel is op 1 maart 2013 gepubliceerd in de Gelderlander en komt ook in BN/deStem, Stentor en Tubantia